De Vitruvian Man
Mail twee over mijn trip naar Rome. Over de renaissance en wat me stoort aan de bekendste illustratie ter wereld.
In deze nieuwsbrief onderzoek ik hoe we tot een 22ste eeuwse renaissance komen. Een bloeiende tijd voor de kinderen van onze kinderen. Het is een oefening in lange termijn denken. Een exploratie naar wetenschap en technologie en vooral een uitnodiging om de balans op te maken. Wat nemen we mee naar de toekomst en wat laten we achter?
Ken je een vriend of collega die ook plezier kan vinden in deze zoektocht. Stuur hem/haar deze editie door. Dat helpt mijn project vooruit.
Hi,
I’m having fun met deze nieuwsbrief. Dat heeft veel te maken met de leuke reacties die ik op de editie van vorige week kreeg. De renaissance valt duidelijk in de smaak. Misschien was het het mooie tempeltje van Bramante. Of… willen jullie gewoon graag op reis, dat kan ook. In ieder geval, thanks for messages. Geeft energie.
Twee lezers vonden vooral mijn wekelijkse Spotify playlist leuk: Fredo’s Curated Weekly. 😎 Deze week knalt Italo Disco door de boksen. Otis, mijn zoon, vindt het ook leuke muziek. Het doet hem denken aan Kraftwerk. Heerlijk dat hij die referentie hoort.
Einde inleiding.
Terug naar Vitruvius
Vorige week schreef ik over het Tempieto van Bramante in Rome. Nadien vertelde ik ook aan mijn dochter erover en hoe de architect zich liet inspireren door de tekst van Vitruvius. Gloria is 12 jaar en houdt van geschiedenis. Haar reactie: “Waauw. Hoe gek dat die architect een gebouw zet op basis van een tekst van 1500 jaar oud!?” Ja, dat is echt gek, eigenlijk. Maar het teruggrijpen naar oude teksten was echter meer dan een trend of hype tijdens de renaissance. Het werd gedaan vanuit een duidelijke intentie: de opzet om een gezondere gemeenschap, een rijker publiek leven en een mooiere stad te bouwen.
Gloria vroeg ook waarom we ons vandaag niet meer laten inspireren door het verleden. Ik vertelde haar dat ons huidig economisch systeem ook op oude teksten is gebaseerd, teksten van 300 jaar oud. En dat dit systeem volgens mij aan herziening toe is. Kortom, het teruggrijpen naar oude teksten en wijsheid is geen doel op zich. We moeten er kritisch naar blijven kijken.
De Vitruvian Man
De renaissance heeft me altijd geïnspireerd. Als tiener al. Maar sinds kort is er iets dat me echt stoort. En dat zie je het best aan de Vitruvian Man (1490) van Leonardo Da Vinci. Je kent de Vitruvian Man ongetwijfeld. Het is een schets geïnspireerd door hetzelfde boek van Vitruvius waarop Bramante zijn Tempietto baseerde. Toen ik als tiener met de ouders in Rome was, kreeg ik een t-shirt met de tekening erop.
Tijdens de research voor deze nieuwsbrief leerde ik dat Da Vinci niet de enige was die een Vitruvian Man heeft getekend. Dat was blijkbaar een ding in die tijd. Kunstenaars zoals Cesariano en Agrippa tekende hun eigen versie. Maar de versie van Da Vinci is de meeste bekende. Meer nog, het is waarschijnlijk de meeste bekende tekening uit de geschiedenis.
In Rome zie je Da Vinci’s illustratie opduiken in elke toeristische winkel (raar, want Da Vinci woonde in Milaan en Firenze). De tekening is namelijk hét icoon van de Italiaanse renaissance en het humanisme. Het toont een mens, centraal in een cirkel én een vierkant. Onderliggend aan de tekening ligt een grappige mathematische benadering die Vitruvius beschreef in zijn boek de architectura.
Deze prent is in de geschiedenis het symbool geworden voor de mens die centraal komt te staan. Dat mag je letterlijk en figuurlijk nemen. Het centrum van de cirkel die rond Da Vinci’s man is getekend, vertrekt vanuit de navel van het lichaam.
De mens centraal
Zoals je weet had de Kerk in de middeleeuwen een monopolie op zingeving en schoonheid. Dat kwam tijdens de renaissance onder druk te staan, ondermeer door de klassieke teksten die weer gelezen werden. In de kunst uit die tijd zie je hoe de mens meer en meer zijn plaats opeist. Net zoals de humanistische filosofen zich lostrokken van het dogma van de kerk, wilde de kunstenaars meer weergeven dan de religieuze verhalen die hun opdrachtgevers bestelden. Je ziet steeds meer mensen verschijnen. Niet enkel in aantal, maar in menselijkheid. In tegenstelling tot de afstandelijk en ontechte figuren uit de middeleeuwse kunst worden de mensen nu herkenbaar.
Dat maken de schilderijen van kunstenaars zoals Botticelli en Da Vinci zo aantrekkelijk. De zachte, elegante en sensuele manier waarop Botticelli mensen schilderde, had als doel dat de toeschouwer zichzelf erin kon en wou herkennen. Ongeacht veel van de taferelen over religie gaan, moesten ze ook herkenbaar zijn voor de kijker. Het is een effect dat eeuwen later nog werkt. Ook bij andere kunstenaars uit die tijd.
Zo gaf mijn zus voor mijn verjaardag een postkaartje van Caravaggio cadeau. Er op De Jongen met Fruitmand (1593). Het kaartje hangt sindsdien op de koelkast. Otis vroeg onlangs of ik op het schilderij stond afgebeeld. 😍 In Rome zag ik het echte schilderij voor de eerste keer. Het hangt in Villa Borghese, tegenover zijn Goliath, een werk dat hij op latere leeftijd schilderde. Caravaggio is voor mij het voorbeeld van de introductie van menselijkheid in de Westerse kunst. Waar zijn vroegere werken nog maniëristisch zijn, zie je steeds meer de rauwe kant van het mens-zijn verschijnen.
Caravaggio kwam in Rome terecht eind 16de eeuw. De reformatie was volop aan de gang. Er werd druk gebouwd aan de Sint-Pietersbasiliek waarvan Bramante het eerste ontwerp maakte. Hij woonde en werkte trouwens in de straten en pleinen die je vandaag nog steeds aandoet bij een bezoek aan Rome, de buurt rond het Piazza Navona en het Pantheon. Tussen deze twee trekpleisters ligt de kerk San Luigi Dei Franscesi. Ik ging nog eens kijken, deze keer met de biografie van Caravaggio in de hand. Er hangen namelijk twee grote werken van Caravaggio: De roeping van Matteüs en Het martelaarschap van Matteüs. In beide gevallen wordt Matteüs, de Heilige, afgebeeld als een kwetsbare man. Als iemand die pijn heeft en twijfelt over zijn lot. Dat was nog nooit eerder gedaan. Caravaggio bereikte dit effect niet alleen door de mooie compositie en opvallende schildertechniek (claire-obscur). Hij voegde nog iets radicaal aan de kunst toe. Namelijk mensen van op de straat, van handelaars tot hoeren, inroepen als model.
De wedergeboorte van?
Dit verhaal is maar een illustratie hoe de mens zijn plaats opeist in de geschiedenis. De ideeën van de oudheid werden idealen. De heilige werden gewoon. De gewone mensen werden idolen. Het gaat sinds de renaissance over ons. Het is een wedergeboorte van de mens. We hebben onszelf in het centrum gezet. Wij zijn de maat van de dingen. Wij nemen het heft in handen. Wij ontwikkelen kennis, wetenschap, technologie. Een moderne maatschappij. Waauw.
Maar deze (kunst)geschiedenis vertelt maar een deel van het verhaal. Wat je namelijk niet of nauwelijks vindt in Rome is kunst van vrouwelijke kunstenaars. Ze bestaan, ja, maar je moet echt zoeken. In het centrum van de Vitruvian Man staat een man. De kunstenaars waren bijna uitsluitend mannen. De vele schilderijen waarop vrouwen afgebeeld staan, werden geschilderd door mannen. En ook de filosofen, wetenschappers of handelaars. Allemaal mannen.
Kortom, hoezeer ik van de beelden en kunstwerken van de renaissance hou, ik kan niet meer ontzien dat het om allemaal mannen gaat. Het humanisme waarover we spreken is een eigenlijk monocultuur. De wedergeboorte is die van de blanke man.
Dus als we dromen over een 22ste eeuwse renaissance, laat het dan een zijn waarin alle mensen centraal staan. Gek genoeg lijkt het alsof de strijd hiervoor vandaag echt losgebarsten is. Vijf eeuwen na Da Vinci. Hashtag metoo. Hashtag blacklivesmatter. Hashtag LGBTQIA+. Van vrouwen tot mensen van kleur of met een andere sexuele voorkeur, ze eisen hun plaats op. En terecht.
Volgende week reis ik nog een keer terug naar Rome. Vanop een grappig galerij in Palazzo Spada stel ik de vraag: kunnen we ook iets anders in Da Vinci’s tekening zetten? Een robot of een dier?
Nu al zin in.
De Vitruvian Man
Het is nog waar ook van die jongen met fruitmand. Zie al uit naar je volgend stuk