Ode aan de mislukte bosfoto's.
Al de ganse week voorpret om het in deze nieuwsbrief over bomen te hebben. 🌳🌳
In deze nieuwsbrief onderzoek ik hoe we tot een 22ste eeuwse renaissance komen. Een bloeiende tijd voor de kinderen van onze kinderen. Het is een oefening in lange termijn denken. Een exploratie naar ontwikkelingen in wetenschap en technologie. Maar ook een uitnodiging om de balans op te maken. Welke ideeën en systemen nemen we mee naar de toekomst en welke laten we achter ons?
Ken je een vriend of collega die ook ook op zoek is naar hoop, stuur hen deze editie door. Dat helpt mijn project vooruit.
Hallo,
Ik twijfelde vorige week om het woord post-antropoceen in de titel van mijn nieuwsbrief te zetten. Met amper 267 google resultaten is het geen term die wijdverspreid is. Maar mijn buurvrouw Goedele (hallo 🙋♂️) gaf me moed. Ze was vorige week op bezoek en zag het boek The Overstory van Richard Powers liggen. “Door dit boek ben ik in het post-antropoceen beland” zei ze. The Overstory is een roman waarin 9 mensen elkaars pad kruisen. Wat ze gemeen hebben: bomen.
In deze nieuwsbrief kijken en luisteren we naar bomen. Het is een andere manier om tot een post-antropoceen denken te komen. Dat is: een wereldbeeld waarin de mens niet meer (alleen) de toekomst van de aarde bepaalt.
Een eenzame boom.
Zondag ging ik wandelen in een bos. Ik probeerde een foto te trekken van het mooie landschap. Maar het lukt niet. Ken je dat gevoel? De frustratie dat foto’s in een bos de schoonheid ervan nooit vastleggen? Er staat altijd iets in de weg. Het ziet er rommelig uit.
Even later trok ik een foto van een boom, alleen naast de weg. Dat lukte wel. Het is makkelijker een foto te trekken van een boom dan van een bos.
Wat is jullie favoriete boom?
Dat vroeg ik eind december op Instagram. In plaats van de top best movies of the year; best trees of the year. Ik kreeg enkele leuke reacties. Mijn zus, obviously, stuurde me haar top tree door. Een ervan had ook op mijn lijst kunnen staan. Op weg naar ons ouderlijk huis, op een pleintje naast de kerk. Zo een boom waar je niet naast kan kijken. Je moet hallo zeggen als je er passeert.
De boom deed me altijd denken aan de opening van Narziss & Goldmund van Herman Hesse (pdf). Ik las het boek - zoals velen - in mijn tienertijd. Het maakte een diepe indruk op me.
Voor de poort van het klooster Mariabronn, met haar op tweelingzuiltjes rustende ronde boog, vlak bij de weg, stond een kastanjeboom, een vereenzaamde zoon van het Zuiden, onheuglijk lang geleden meegebracht van een pelgrimstocht naar Rome…
Ook hier, een eenzame boom.
Boom van het jaar
Ondertussen zijn mijn ouders verhuisd. Als ik in de buurt ben, passeer ik stiekem eens om de boom te groeten. Misschien moet ik hem inschrijven voor Boomvanhetjaar.be.
Inderdaad, dat leest je goed. Boom van het jaar dot be. Elk jaar wordt een boom van het jaar verkozen! En ja, je kan een eigen boom voorstellen. De winnaar vertegenwoordigt ons land op de Europese wedstrijd Tree of the year. Een beetje zoals het Songfestival, maar dan voor bomen. Woohoo.
Dat klinkt erg grappig (en het is het ook). Maar het is ook interessant. De organisatie verzamelt namelijk ook de verhalen van de bomen. Zo kan je lezen dat de Engelse inzending 500 jaar oud is. Deze taxus staat op de ruïnes van een oud klooster dat in 1536 afgebroken werd. Terwijl Michelangelo de Sint Pietersbasiliek aan het coördineren was, schoot deze boom wortel.
Opvallend is dat veel van de bomen in het concours ook vereenzaamde bomen zijn. Ze staan ergens alleen. Ze zijn instagrammable.
Dat is anders met de inzending van Slowakije. Het is een eik in een bos en wordt op 700 jaar oud geschat. Zevenhonderd jaar! Let that sync in. Er staan coördinaten op de website, dus je kan de boom opzoeken en gaan luisteren wat een boom van 700 jaar oud te vertellen heeft.
Suzanne Simard
“Al eeuwen beschermt deze boom de locals”, staat op de website over de Slowakije-eik te lezen. Wat de boom echter nog meer gedaan heeft, is andere bomen beschermt en geholpen. Dat leren we uit het onderzoek van Suzanne Simard, Professor Forest Ecology aan de University of British Columbia.
Eind jaren negentig deed Simard een onderzoek dat onze kijk op bomen en bossen voorgoed veranderd heeft. Toen ze haar onderzoeksresultaten publiceerde in nature, titelde het magazine The wood-wide web.
Want wat blijkt? Bomen zijn met elkaar verbonden door middel van ondergrondse netwerken. De netwerken zijn geen planten maar fungi (mycelium netwerken) die de bomen in een bos met elkaar verbinden. De bomen praten met elkaar. Ze waarschuwen andere bomen als er gevaar is zoals brand of ziekte. Ze helpen ook andere kleinere bomen die het moeilijk hebben door bijvoorbeeld koolstofdioxide uit te wisselen. Dat gebeurt allemaal via deze mycorrhizal networks.
Een beknopte beschrijving van haar fantastisch onderzoek vind je in deze talk voor The Long Now. Ze spreekt over de zoektocht naar de Mother Trees. Daarmee bedoelt ze de grootste of oudste bomen in het bos. Blijkt dat deze namelijk de grootste verbindingen in het netwerk hebben (logisch) en dus ook de grootste zorg dragen voor het ecosysteem (prachtig).
Suzanne barst van energie. In haar nieuw onderzoek, the Mother Tree Project, wil ze de impact op lange termijn meten. Het is een wetenschappelijk onderzoek dat 100 jaar moet duren. Cathedral thinking.
🎶 🎶 Muziek 🎶 🎶
Deze week in mijn Spotify playlist Curated Weekly: Händel. Blijkt dat mijn favoriete aria van Händel over een boom gaat. Ombra Mai fu.
Richard Powers
En zo kom ik terug bij The Overstory van Richard Powers. Een van de personages in The Overstory van Powers is gebaseerd op het levensverhaal en -project van Suzanne Simard. Powers beschrijft in zijn boek het verhaal van Patricia Westerford, een wetenschapper die wordt weggelachen omdat ze gelooft dat bomen met elkaar kunnen praten.
Lange tijd hadden we een andere kijk op bomen. In de biologieles werd mij verteld dat bomen concurrenten van elkaar zijn. Dat ze op zoek gaan naar het meest zonlicht en daarvoor ellebogenwerk gebruiken om te groeien. We hebben de boom benaderd vanuit ons eigen gezichtsveld. Alsof het een mens was. Competitief. Individualistisch. The Wilg van Wallstreet.
Maar Powers schetst een ander beeld. De bomen praten met elkaar en met de mens. Zo begint het boek:
First there was nothing. Then there was everything.
Then, in a park above a western city after dusk, the air is raining messages.
A woman sits on the ground, leaning against a pine. Its bark presses hard against her back, as hard as life. Its needles scent the air and a force hums in the heart of the wood. Her ears tune down to the lowest frequencies. The tree is saying things, in words before words.
Nu, de eerlijkheid gebied mij te vertellen dat ik The Overstory nog niet uitgelezen heb. Ik kocht het omdat ik Richard Powers wou uitnodigen voor Brainwash Festival (hij kon niet). Omdat deze podcast met hem echt een cadeau is. En omdat Obama er het volgende over zegt: “It changed how I thought about the Earth and our place in it”.
Wat heeft dit met de 22ste eeuw te maken?
We beschrijven bomen als mensen. Het zijn eenzame wezens op een weg, of moeders in een bos. De grond vergelijken we met een netwerk van website en kabels. The wood-wide web.
Gek toch, hoe we alles bekijken vanuit ons eigen moderne blikveld. En dat terwijl sommige bomen er al eeuwen staan. Lang voordat de mens modern geworden was. Maar de 22ste eeuw nodigt ons uit anders naar bomen te kijken. Het vraagt niet veel. Gewoon een mentale shift. Een mentale shift die ook op andere gebieden nuttig of nodig is.
De volgende keer dat ik in een bos sta, ga ik luisteren naar wat te zeggen hebben. En dankbaar zijn dat de foto’s mislukken.